De dood van Aigeus
Door: Theseus de verdrietige
Blijf op de hoogte en volg Theseus
07 Maart 2017 | Griekenland, Athene
Toen we naar Athene voeren was iedereen gedeprimeerd. Ariadne was bij iedereen geliefd en nu was ze er niet meer, nu was ze bij die stomme Dionysos. Uiteindelijk ging iedereen maar wat doen om niet meer aan Ariadne te denken, maar het hielp niet ze werd niet vergeten. Dat mocht ook niet, maar het was vervelend om te denken aan de afwezigheid van iemand. Uiteindelijk begon iemand te praten. Er werd steeds meer gepraat en het hielp, maar niet bij mij. We voeren verder en stopten bij een paar eilanden om ons proviand aan te vullen. 's Middags hoorde ik iemand alweer roepen: "Land in zicht!", dus ik liep weer naar de voorsteven en keek naar het land. Na even gekeken te hebben zag ik het, Het was Athene! "We zijn er jongens, we zijn bij Athene!" Ik bleef maar staan kijken en probeerde alles te herinneren van de enkele dagen dat ik in Athene was. Ik zag de Akropolis met de tempel voor Athena, ik zag het paleis, ik zag de huizen en ik zag de rost bij de zee. Maar op de rots zat iemand. Het was vader. Ik zwaaide, maar hij zag me niet. Toen we dichterbij kwamen zag ik verdriet in zijn ogen. Ik vroeg me af waardoor het zou kunnen zijn, ik was er toch. Toen bedacht ik het, de zeilen waren nog zwart. "Strijk de zeilen en vervang ze met de witte, snel", riep ik. Ik had het idee dat er iets slechts zou gebeuren. Ik zag mijn vader gaan staan, had hij me dan eindelijk gezien. Ik hoopt dat hij begon te zwaaien en te roepen, maar nee dat deed hij niet, hij sprong van de rots af het water in. "Neeeeeee!" riep ik en ik sprong het water in. Ik zwom zo snel mogelijk naar hem toe en negeerde het geroep van de kinderen. Toen zag ik hem hij lag op het water, dood. Zijn ruggengraat verbrijzeld. Ik bracht hem mee de stad in en rende naar het paleis, naar de tuinen. Ik negeerde alle mensen die vragen stelde of me aanspraken. Eenmaal in de tuinen koos ik mijn favoriete plek uit, vroeg een schep en begon te graven en graven tot het graf diep genoeg was. Toen het diep genoeg was legde in hem erin, legde een muntje onder zijn tong en kraste met mijn mes in een steen "ΗΙΕΡ ΡΥΣΤ ΑΙΓΕΥΣ ΔΕ ΒΕΣΤΕ ΑΔΕΡ ΔΙΕ ΙΚ ΚΟΝ ΕΝΣΕΝ". Daarna nam ik afscheid, beloofde dat ik elke dag langs zou komen en ging kijken wat ik moest doen als koning. Toen alles was geregeld haalde ik moeder naar Athene en vernoemde de zee waar mijn vader in sprong naar hem: de Egeïsche Zee. Ik deed wat ik moest doen als koning en hielp Herakles met het bemachtigen van de gordel van Hippolyte. Later ging ik terug naar de Amazonen en trouwde met Antiope. We kregen een zoon die we vernoemden naar haar overleden zus Hippolytos. Verder rouwde ik nog altijd om Ariadne en Aigeus en ging ik elke dag naar vaders graf.
Dit was mijn reis, ik hoop dat jullie ervan genoten hebben. Ik niet echt, maar ik vond dat Ariadne en vader herdacht moesten worden.