Ariadne
Door: Theseus de romantische
Blijf op de hoogte en volg Theseus
05 Maart 2017 | Griekenland, Kreta
Toen Minos klaar was met zijn speech, kwam een meisje naar mij toe. Ze was ongeveer mijn leeftijd, misschien iets jonger, en ze zag er eigenlijk wel best knap uit. "Hallo mijn naam is Ariadne, ik ben de dochter van Minos, maar volgens mij ken ik jou ergens van", zei ze. Ik wist even niet wat ik moest doen, wat als ze tegen Minos ging zeggen dat ik de zoon van Aigeus ben? "Oh uhm, waarvan dan? Volgens mij heb ik jou nog nooit ontmoet.", zei ik iets te langzaam terug. "Hé, ben jij niet die zoon van Aigeus?", "Nou eigenlijk....", ik wist niet wat ik moest doen. Na heel snel nagedacht te hebben besloot ik haar te vertrouwen. Ze keek me aan alsof haar ogen zeiden: Ga je me nou nog gelijk geven of niet? "Ja, ik ben de zoon van Aigeus.", gaf ik toe. "Maar ga je het aan je vader vertellen of niet?", "Ik zal het niet vertellen." Ik was heel erg opgelucht dat ze het niet zou vertellen. Stel je voor wat Minos met mij zou doen als hij het had ontdek. Maar toen zei Ariadne: "Als je met me trouwt." Ik vond haar wel knap, maar trouwen!?. Maar aan de andere kant als ik het niet deed... "Ik trouw met je," zei ik onzeker. Toen ging ze uit haar dak, totdat haar vader langsliep en vroeg wat ze aan het doen was. Toen vertelde ze mij hoe hopeloos het was. Daarna, toen haar vader weg was, zei ze tegen mij: "Ik heb Daedalus gehoord over de ingang van het labyrint. Ik breng jullie er morgen heen. Knoop dan een draad aan het begin van het labyrint en houd hem bij je zodat je niet verdwaalt. Kom dan terug bij de ingang en dan vluchten we naar Athene." "Wacht, we?" vroeg ik verbaast. "Ja, we gaan trouwen, weet je nog. Dus ik ga met je mee naar Athene." "Oh ja, ja jij gaat mee. Zorg je dan dat het schip waarmee we gekomen zijn morgen klaarstaat, zodat we snel kunnen vluchten." "Doe ik." Die nacht sliep ik onrustig. Ik moest een gemuteerde stier verslaan en ik ging trouwen. Uiteindelijk besefte ik dat ik mijn slaap nodig had, dus lukte het me toch nog om de laatste uurtjes te slapen. Toen verzamelden we 's morgens bij het begin van het labyrint, zei koning Minos wat hij moest zeggen en stuurde hij ons het labyrint in. Ariadne en ik hadden nog wat oogcontact. Haar ogen zeiden "Succes ik wacht hier. Je kunt het." "Dank je," zeiden mijn ogen terug en toen gingen we naar binnen. De kinderen waren bang, maar ik zei ze dat ze daar mochten blijven, bij de ingang terwijl ik opzoek ging naar de Minothauros. Ze werden gerustgesteld en ik ging het labyrint in, op zoek naar de Minothauros.